Samen met zijn zoon Bolo was hij betrokken bij een meningsverschil met Siwke/Syneke, proost van Farmsum en raadsman van de burgemeester van Groningedn, betreffende de geestelijke goederen te Farmsum. Als beloning voor zijn hulp beleende Heinrich III von Schwarzburg, de vorst-bisschop van Münster, zijn kleinzoon Unico met de erfelijke proosdij van Farmsum. Tevens wordt hij genoemd in verband met de Vrede van Groningen (1 feb 1422), waarbij ook de hoofdeling Ryppert Rypperde voorkomt. (Wellicht was deze Ryppert een oudere broer van Hayo I. Hayo's vader Unico I wordt immers ook vermeld als "Oeneke Rypertszoen". Deze veronderstelling is gebaseerd op het feit dat de oudste zoon geregeld de voornaam van de vaderlijke grootvader kreeg, terwijl de jongere zoon doorgaans een naam uit de moederlijke familie kreeg. Betrouwbare gegevens ontbreken echter). Hij was voogd van de minderjarige Ewo Erickes von Jemgum, de latere zwager van Ulske Ukena.